Tolk in het wild: Sandra Markies in het journaal
Op een ochtend keek een van de Tolkcontact-medewerkers naar het NOS Journaal met gebarentaal. Een van de tolken daar is Sandra Markies. Hoe zou het eigenlijk zijn om te tolken voor het journaal? Tijd voor een interview!
Sandra Markies is al ruim twintig jaar gebarentolk bij het NOS Journaal en het NOS Jeugdjournaal. ‘Iets heel anders dan tolken bij bijvoorbeeld een ouderavond’, zegt ze zelf. Hoe is Sandra hier terechtgekomen en wat is er veranderd de afgelopen jaren? Sandra vertelt.
Hoe ben je tolk bij het journaal geworden?
‘Ik doe dit al sinds 2000. Eerder was ik ook al gevraagd hiervoor, maar ik had het toen te druk. Toen er in 2000 in de zomervakantie niet genoeg tolken waren, ben ik weer gevraagd. Voor die korte periode wilde ik het wel doen. En toen ben ik toch blijven hangen! Ik tolk gemiddeld twee keer per week het journaal voor volwassenen en het Jeugdjournaal.’
Is er veel veranderd sinds je hiermee begon?
‘Toen ik begon, was het voor de mensen bij de NOS heel erg wennen dat wij er waren. Dovenschap heeft veel gelobbyd om uit te leggen dat het journaal in NGT voor dove mensen fijn is omdat het in hun eigen taal is en dat ondertiteling lezen voor veel mensen lastig is. Eigenlijk pas sinds de persconferenties met Irma Sluis, is het vanzelfsprekend geworden dat er tolken bij zijn. We tolken nu alle ochtendjournaals, om het half uur tussen 7.00 en 9.00 uur, het Jeugdjournaal om 19.00 uur en dan het journaal van 20.00 uur. En er komen steeds meer andere uitzendingen bij, zoals pas nog de excuses voor het slavernijverleden. Ook worden er steeds vaker dove tolken ingezet, zoals bij de kersttoespraak van de koning, Koningsdag en het Sinterklaasjournaal. Dat vind ik echt geweldig!
Het is wel echt jammer dat het nu op een digitaal kanaal is (NPO 1 extra) en niet op een gewone tv-zender. Niet iedereen kan het dus zien. Je moet het kanaal weten te vinden, en het zit ook niet in alle abonnementen. Vooral voor ouderen is dat echt een drempel. Zo is het toch nog niet helemaal inclusief. Maar het is er, dat is heel fijn.’
Hoe ziet een tolkdienst bij het journaal eruit?
‘Er zijn twee diensten: de ochtenddienst en de avonddienst. Als ik de ochtenddienst doe, ga ik om kwart voor 5 ‘s ochtends de deur uit. Dan ben ik om half 6 bij de studio. Ik krijg dan een overzicht van de onderwerpen die in het journaal komen. Ik log ook altijd even in bij het gebarenwoordenboek om een paar gebaren op te zoeken. Om 6 uur ga ik naar de visagie en om kwart voor 7 ben ik klaar. Na het eerste journaal om 7 uur word ik gebeld door onze coach Sarah Muller van het Nederlands Gebarencentrum. Zij vertelt wat ik eventueel kan verbeteren.
Dan heb ik even tijd om te ontbijten. Om half 8, 8 uur, half 9 en 9 uur tolk ik weer het journaal, iedere uitzending is live. Rond half 10 zit ik in de auto: naar huis of naar een nieuwe tolkopdracht. Dat is altijd gek, want ik heb dan al uren gewerkt maar voor de meeste mensen begint de dag pas.
Als je ‘s avonds tolkt, doe je eerst het Jeugdjournaal. Dan krijg je ook feedback van Sarah en daarna het Achtuurjournaal. Om ongeveer 9 uur kan ik dan naar huis. Dat is wel laat, zeker als je de dag erna weer vroeg op moet voor een opdracht.’
Wat maakt het anders dan de meeste tolkopdrachten?
‘Het journaal tolken is heel intensief. Heel anders dan bijvoorbeeld een ouderavond. Het is een live uitzending onder tijdsdruk, met een hoge informatiedichtheid. Er is veel voorbereiding voor nodig. En dat het op tv komt is natuurlijk ook spannend!’
In de rubriek ‘Tolk in het wild’ delen tolken hun ervaringen als tolk op bijzondere plekken. In het theater bijvoorbeeld, of bij een internationaal festival. Heb jij ook een verhaal dat je met ons wilt delen? Of ken je een tolk die hier goed past? Laat het ons weten: contact@tolkcontact.nl