Vijf jaar Tolkcontact: klein clubje is groot geworden, maar net zo bevlogen
Het hele jaar 2021 viert Tolkcontact haar vijfjarig bestaan. Wat is er in die vijf jaar tijd gebeurd? Welke bijzondere momenten staan je nog bij? Tolkgebruikers, tolken en medewerkers vertellen hierover in de rubriek ‘Vijf jaar Tolkcontact’. Deze keer praten we met Anke Heij. Anke was tolk, tot ze ruim twee jaar geleden plots tolkgebruiker werd.
Toen Tolkcontact vijf jaar geleden begon, was Anke Heij al jaren tolk Nederlandse Gebarentaal. Inmiddels is ze tolkgebruiker, omdat ze een paar jaar geleden plotseling slechthorend werd. Dat betekende dat ze haar werk als tolk niet meer kon doen. Een groot verlies. Maar door te kijken naar wat er wel kan, kan ze daar inmiddels beter mee omgaan.
Idealistisch en bevlogen
Al voordat Tolkcontact ontstond, verbaasde het Anke dat er geen enkele plek was waar alle tolkregelgeving te vinden was. ‘Weet je wat ik ga doen?’, dacht ze. ‘Alle regelgeving verzamelen op een website!’ En zo kwam het dat Anke een van de vraagbaken werd op het moment dat Tolkcontact de uitvoering van de tolkvoorziening overnam van Menzis in 2016. ‘Ik had de mensen van Tolkcontact bijna dagelijks aan de telefoon. Een dag Anke niet gesproken is een dag niet geleefd, werd er gezegd. Ik vond het heel erg leuk om daar zo aan bij te dragen. De informatie die ik op mijn eigen website had verzameld, heb ik overgedragen aan de NBTG (de beroepsvereniging voor tolken Nederlandse Gebarentaal, red.) toen ik niet meer als tolk kon werken.’
‘Tolkcontact begon met een klein idealistisch en bevlogen clubje mensen. Wij nemen de tolkvoorziening over en we gaan er iets moois van maken voor tolken en tolkgebruikers, was de gedachte. Dat laatste doen ze nog steeds. Maar het kleine clubje is een veel grotere club geworden.’
Kunst van het mogelijke
‘Toen ik slechthorend werd en ontdekte dat ik mijn werk als tolk niet meer kon doen, zakte de grond onder me weg. Het voelde als het einde van de wereld. Maar wat mij heel erg geholpen heeft, is dat ik gebaren kon. En dat ik wist dat ik tolken in kon zetten en dat er leuke mensen bezig waren met de tolkvoorziening. Ik heb me uitgeschreven als tolk en ik heb tolkuren aangevraagd. Dat was een grote stap, maar ik dacht dat uitstellen het niet makkelijker zou maken. Ik heb al snel mijn eerste tolk ingezet. De meeste slechthorenden gebruiken schrijftolken, maar ik vind een gebarentolk veel prettiger. Ik hoef dan namelijk niet naar een schermpje te kijken, maar kan mijn gesprekspartners in de ogen kijken.’
Anke werkt nu als communicatietrainer bij GGMD. Dat is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening voor doven, slechthorenden en mensen met andere hoorproblemen. Daarnaast is ze begonnen met een eigen bedrijf: Kunst van het mogelijke. De website is nog in ontwikkeling. Ze is lifecoach en schrijver/dichter en helpt mensen omgaan met veranderingen. ‘Als je plotseling een beperking krijgt, bijvoorbeeld gehoorverlies, krijg je te maken met blijvende rouw door levend verlies. Je voelt elke dag rouw en verdriet, omdat je steeds weer tegen de gevolgen ervan aanloopt. Dat stopt nooit. In de maatschappij mist er veel kennis over en begrip voor leven met levend verlies. Bij mijn plotselinge gehoorverlies heb ik een plek om laagdrempelig en creatief met mijn rouw en verlies bezig te zijn echt gemist. Daarom wil ik zo graag anderen helpen. Ik begeleid mensen bij praktische rituelen zoals het hartritueel (een manier om verborgen verlies zichtbaar te maken, met een hart van keramiek dat je eerst breekt en daarna met goudlijm aan elkaar plakt, red.). Kijk naar wat er hier en nu, en in de toekomst, mogelijk is. Zo krijg je rust en vertrouwen terug. En dan kun je de regie nemen over je leven.’
Wat hoop je over vijf jaar te zien?
‘Ik hoop dat de mogelijkheden voor doven en slechthorenden breder beschikbaar zijn. Daarmee bedoel ik zowel hulpapparatuur als tolkvoorziening. Mensen zijn gebouwd voor contact, maar gehoorverlies maakt dat contact moeilijker. Ik hoop dat meer mensen geholpen worden om die verbinding met de ander aan te kunnen gaan. Aan de andere kant hoop ik ook dat mensen makkelijker durven te zeggen dat ze hulp nodig hebben. Dat de aanwezigheid van tolken steeds normaler wordt.’
‘Hoe dat bereikt kan worden? Door verhalen te delen, zoals ik nu doe. Door op een positieve manier over ervaringen te vertellen, kunnen we de wereld veranderen. Ook Tolkcontact draagt daaraan bij. Want als je niet voor jezelf gaat maar voor het gemeenschappelijk belang, kom je heel ver. En dat is precies wat Tolkcontact doet.’